Update Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)
Vanochtend (31 maart 2020) heeft het kabinet een update gegeven omtrent de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). In dit blog gaan we hier verder op in en lichten we de belangrijkste zaken toe.
Highlights:
- Omzetdaling minstens 20% over een aaneengesloten periode van 3 maanden (maart, april en mei);
- De omzetverwachting over de maanden maart, april en mei moet vergeleken worden met 25% van de jaaromzet van 2019. De daling die hieruit voorkomt moet worden opgegeven bij de aanvraag;
- Werkgevers zijn verplicht werknemers loon door te betalen
- Tegemoetkoming betreft loonkosten; inclusief werkgeverspremies, vakantiegeld en pensioen;
- Subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de periode maart, april en mei (bij een omzetdaling van 100%);
- Brutoloon boven € 9.538,- per werknemer per maand komt niet in aanmerking;
- UWV verleent bij goedkeuring 80% voorschot op de subsidie in 3 termijnen;
- De 1e termijn zal naar verwachting binnen 2-4 weken na de aanvraag worden uitbetaald;
- Binnen 24 weken na afloop van de NOW dient de subsidie definitief vastgesteld te worden, het kan zijn dat hiervoor een accountantsverklaring wordt vereist.
Om de economie zoveel mogelijk draaiende te houden, vraagt de overheid van bedrijven zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden – ook mensen met een flexibel contract. De NOW ondersteunt werkgevers die geconfronteerd worden met een omzetdaling van ten minste 20% over een aangesloten periode van 3 maanden. De ondersteuning betreft een subsidie voor de loonkosten van de werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. De NOW is uitdrukkelijk ook van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals werknemer met een nulurencontract. Het kabinet roept werkgevers op om verantwoordelijkheid te nemen voor hun flexwerknemers en het loon van flexwerkers zoveel mogelijk door te betalen.
De NOW voorziet in eerste instantie in een subsidieverlening voor de loonkosten van maart tot en met mei 2020. De mogelijkheid om de regeling met drie maanden te verlengen wordt echter nadrukkelijk opengehouden. Daarover zal voor 1 juni 2020 besloten worden.
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de driemaandsperiode maart 2020 tot en met mei 2020. Voor de loonsom wordt van het sociale verzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekkingen uitgegaan. Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Ter bespoediging van de aanvraagprocedure is gekozen voor een opslag voor werkgeverslasten van 30% voor alle gevallen. Als loon wordt maximaal twee keer het maximumdagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking genomen. Loon boven € 9.538 per maand komt derhalve niet voor subsidie in aanmerking, waarmee eveneens mogelijkheden voor misbruik en oneigenlijk gebruik worden tegengegaan.
De subsidie wordt gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld.
De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een driemaandsperiode waarvan de startdatum valt op de eerste dag van de maanden maart, april of mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier. Als een werkgever op 1 januari 2019 nog niet bestond, geldt een afwijkende omzetbepaling. Als sprake is van een samenstelling van rechtspersonen geldt de omzetdaling op concernniveau.
Sommige werkgevers hebben meerdere loonheffingsnummers. Als deze werkgever voor zijn gehele loonsom in aanmerking wil komen voor subsidie, zal de werkgever meerdere aanvragen moeten indienen, namelijk per loonheffingennummer. De werkgever dient wel de omzetdaling op te geven die hij voor de gehele onderneming verwacht; hij vult dus bij elke aanvraag dezelfde omzetdaling en dezelfde meetperiode in.
Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal UWV een voorschot verlenen van 80% van de subsidie zoals deze wordt berekend op basis van de bij de aanvraag geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling. Gegevens over de loonsom baseert UWV op de polisadministratie, waarbij als uitgangspunt de maand januari 2020 wordt genomen. Voor UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen. In de praktijk wordt ernaar gestreefd de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen 2-4 weken.
Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hierbij een accountantsverklaring vereist. Er wordt naar gestreefd om binnen vier weken na publicatie van de regeling duidelijkheid te geven onder welke grens een accountantsverklaring niet is vereist. De regeling kan op dat punt nog worden aangepast. Binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag zal UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de afrekening kan sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld om het omzetverlies lager is uitgevallen, terugvordering.
Wilt u dat wij de aanvraag voor u verzorgen? Neemt u dan contact met ons op.